III
Hoe Montfort ordeloos ligt
Een ieder weet, dat de aartsengel Gabriël de steden en de dorpen van Limburg heeft gebouwd; maar dat Montfort zoo ordeloos ligt, de huizen zoo hotsedebotsescheef door elkaar, is de schuld van den veelnamigen Satanas, die het niet prettig vond, dat het de Limburgsche menschen zoo gemakkelijk werd gemaakt.
Limburg dan was eindelijk gereed, op de steden en dorpen na. Wie moest die eventjes klaarmaken? Natuurlijk de engel Gabriël.
"Luister goed toe," zei de Schepper, "hier heb je een zak vol met huizen en hoven en wegen, doe je best, en bederf ’t landschap niet, want ’t is een van de mooiste streken der aarde."
"Wees niet bang," antwoordde de engel Gabriël, "dat zal ik wel in orde brengen."
Hij keek na, of de zak goed gesloten was. Hij knikte — ’t kon niet beter. Een stevige knoop was er van boven om gewonden, en geen scheurtje viel er te bekennen. Iedere huismoeder weet, dat een klein gat gemakkelijker te stoppen is dan een groot, en je mag niets ondernemen, voor je alles goed hebt nagekeken. Wat zegde gij daar nu van?
Weet ge, wie ’t gehoord had, dat Gabriël de steden en de dorpen in Limburg moest bouwen? Eigenlijk is ’t heelemaal niet goed, zijn naam te noemen. ’t Was de booze, en hij dacht bij zichzelf: "Als ik den engel Gabriël een poets kan bakken, zal ik ’t niet laten."
En hij mee. Wat vlogen die twee vlug. Maar hoe’t kwam, is niet gemakkelijk te zeggen. Misschien dacht Gabriël aan wat anders — misschien had Beëlzebub weer een van zijn duivelsche listen toegepast — Hoe ’t zij, de engel merkte van den booze niets, en in snelle vaart bereikten ze Limburg al spoedig. Welk een land! ’t Is misschien wel ’t allermooiste op de heele wereld, en dat ’t daar Gabriël juist moest overkomen!
De duivel schoot naar voren en met een forsche hand sloeg hij zijn scherp zwaard tegen den zak. En daar kon de zak niet tegen. ’t Was een stevige zak. Er was niets op den zak aan te merken. Probeer ’t met iederen zak. Leeneen is daartegen bestand.
Rits! een scheur in den zak.
En daar tuimelden me daar veertig huizen naar beneden. ’t Eene kwam hier terecht en ’t andere daar.
Alle dorpen zijn netjes en ordelijk aangelegd, nietwaar, maar van Montfort is niets terecht gekomen. Ga maar eens kijken in ’t land van Roermond.
En als Gabriël zijn hand niet gauw onder de scheur had gehouden, bewaar ons, dan was er van alle steden en dorpen in Limburg één ongeregelde, schots-en-scheef door elkaar gedrongene massa geworden. Gelukkig, dat hij tegenwoordigheid van geest had, en goed heeft nagekeken, vóór hij de andere dorpen in ’t land legde.